Werk in uitvoering

Spullen? We hebben er genoeg van!

Marco Moerbeek

Marco Moerbeek is samen met Maartje de Jong leerkracht in groep 5-6 van de Vroonermeerschool in Alkmaar. 

De Vroonermeerschool in Alkmaar ligt midden in een nieuwbouwwijk waar veel verhuisd wordt. Dit verhuizen brengt een boel gesjouw van spullen met zich mee. Soms krijgen we op onze nieuwe kamers allemaal nieuwe spullen, soms richten we onze kamers in met spullen die we al hadden. Een aantal van ons heeft heel veel spullen, anderen hebben er wat minder. Dit is aanleiding voor groep 5-6 al die spullen eens verder onder de loep te nemen. 

Er zijn spullen die we vaak gebruiken. Daar plakken we dan vaak de woordjes ‘mijn lievelings…’ voor. Alleen de gesprekken daarover zijn al goud waard en leveren bij de start van ons nieuwe thema prachtige poëtische teksten op. We zijn zuinig en voorzichtig met die spullen en heel erg teleurgesteld en verdrietig wanneer we die spullen kwijtraken of als ze kapot gaan. Andere kinderen mogen er wel mee spelen, maar eigenlijk vinden we dat niet altijd gemakkelijk. Nee, stiekem laten we ze dan toch liever spelen met die andere spullen. Die al een tijdje in de kast liggen. Die kast die steeds voller wordt en waar onze papa’s en mama’s soms met verbazing naar kijken: moet daar niet nodig eens een keer de bezem doorheen?

 

Nou… Dat niet meteen. Liever niet nee. Wat dat betreft zijn we toch wel hamsteraars. Op school maken we lijstjes met spullen die we vaak gebruiken en spullen die liggen te verstoffen. Als we deze lijstjes met elkaar bespreken, kijken we onze ogen uit. Vaak herkennen we wat een ander over z’n spulletjes vertelt, maar soms verbazen we ons ook over dat prachtige speelgoed dat niet meer gebruikt wordt. Als we hierna met elkaar nadenken over waarom spullen vaak of zelden gebruikt worden, vatten we de uitkomst van dat gesprek bondig samen op papier. De vraag dient zich aan wat we allemaal met die ongebruikte spullen zouden kunnen doen. Daar hebben we allemaal wel onze ideeën over en als we een dag later allemaal twee spulletjes meenemen die niet meer gebruikt worden, richten we daar een kleine expositie mee in.

 

We buigen ons nog over de grote online kringloopwinkel die Marktplaats heet. Daar ontwerpen we onze eigen advertenties voor, die niet van echt te onderscheiden zijn. Dus mocht je nog een leuke opwindbare otter op een surfboard nodig hebben, neem dan gerust contact op met Samuel! In de boekenkring snuffelen we in de themaboeken die we bij elkaar hebben gescharreld. Met geeltjes’ geven de kinderen in die boeken aan waar interessante weetjes te vinden zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld over materialen, grondstoffen, knutselen, fabricage, consumentenrecht, recycling, duurzaamheid, afval, koopgedrag van mensen. We gaan met elkaar in gesprek over de stukjes die de kinderen zijn tegengekomen en dat levert meteen weer nieuwe lijntjes op om over na te denken. In het boekje Onze toekomst is nu! Strijd met Gretha Thunberg voor het klimaat (auteur Claus Hecking, ISBN 9789021680392) vinden we een tekst die de aandacht vestigt op bewust koopgedrag. Het gaat onder andere over het milieu, een onderwerp waar we al met elkaar over aan het nadenken zijn. In deze tekst komt er alweer een nieuwe term om de hoek kijken: lagelonenlanden. Daar heeft niemand van ons eerder van gehoord. Het is al een lastig woord om te lezen, maar als we tot de conclusie komen dat veel van de spullen die wij in onze expositie hebben opgenomen uit dit soort landen vandaan komen en dat die landen vaak niet eens zover van ons vandaan liggen, zijn we echt wel even stil. We projecteren een wereldkaart op het digibord en geven daarop aan waar die lagelonenlanden allemaal te vinden zijn. Daar schrikken we toch wel even van. We nemen de tijd om daar eens even goed bij stil te staan. Dat doen we aan de hand van een stelling: spullen uit lagelonenlanden zijn lekker goedkoop. Die koop ik graag! Hoewel er meer rode kaartjes (‘oneens’) dan groene kaartjes (‘eens’) komen te hangen, komen we erachter dat er voor beide kanten iets valt te zeggen. Natuurlijk is het niet goed dat de mensen zo slecht betaald krijgen, maar tegelijkertijd is het wel belangrijk dat de mensen geld kunnen verdienen. Deze stelling houdt de kinderen in de dagen die volgen goed bezig. We pakken er daarom nog een tekst bij. Op https://www.samsam.net vinden we de tekst ‘Iedereen draagt tweedehands’. Hierin staat vermeld dat scheepsladingen vol tweedehandskleding naar Afrika worden verscheept. Het gaat dan vaak om gebruikte merkkleding. Men koopt er liever kwalitatief goede tweedehands kleding dan goedkope kleding uit lagelonenlanden die van beduidend mindere kwaliteit is. Ook de andere stellingen leveren prachtige gespreksstof op:
• je kan beter iets nieuws kopen dan tweedehands;
• ik deel mijn spullen graag met anderen;
• spullen: je hebt er nooit genoeg van!

 

Tijd om erop uit te gaan. Aan de kringloopboulevard in Alkmaar zijn maar liefst zes kringloopwinkels gevestigd. We verdelen ons in groepjes om eens goed te kijken hoe die winkels zijn ingericht, welke spullen er verkocht worden en welke prijzen er gehanteerd worden. En we krijgen een aantal zoekopdrachten mee: • We hebben feestelijke kleren nodig voor een bruiloft.
• Ik zoek een cadeautje voor mijn driejarige neefje.
• We zoeken een stevige tweezitsbank die niet zo snel last heeft van de nagels van onze kat.
• We gaan verhuizen en zoeken een mooie kast waar ons servies in past.

 

De ouders die ons naar de kringloopboulevard hebben gebracht, maken veel foto’s. Eenmaal terug op school printen we de foto’s uit en verwerken we ze in een fotoverslag. De beer is nu echt goed los! In het hele land worden acties georganiseerd om geld in te zamelen voor de mensen in Oekraïne. Vlak bij school is een inzamelpunt waar allerlei spullen voor Oekraïne verzameld worden. Het niet meer dan logisch dat ook wij ons steentje gaan bijdragen. En dus wordt het tijd om onze expositie op te ruimen. De spulletjes gaan weer mee naar huis, want al die ideetjes die nu naar voren komen, sturen ons richting een praktijk waarin we lekker creatief en actief bezig kunnen zijn: een eigen kringloopwinkel! We weten inmiddels hoe die eruit kan zien, welke spullen er worden verkocht en hoe daar reclame voor wordt gemaakt. Onze winkel krijgt de naam TWEEDEHAND FABRIKANT. We besluiten om eerst maar eens bij onze eigen ouders te vragen of er nog spullen zijn die we mogen verkopen. De opbrengst gaat naar Giro 555 en SOS Kinderdorpen. Zij richten zich specifiek op kinderen in Oekraïne die het moeilijk hebben. Spullen die niet verkocht worden, gaan uiteindelijk gewoon weer mee terug naar huis. Al snel komen de eerste spullen binnen. We inventariseren ze en kijken of ze nog in goede staat zijn. We geven ze een mooie plek in de winkel. Die winkel is nu nog klein, maar kan eventueel worden uitgebreid naar de gang. Er zijn ook kinderen die hun eigen handeltje mee naar school nemen en een eigen hoekje in de winkel organiseren. In het begin is het even lastig om over de prijzen van de artikelen na te denken. Het moet niet te duur zijn, maar ook weer niet te goedkoop. In kleine groepjes denken we na over de prijzen van de artikelen. Gaandeweg gaat dat steeds vlotter. Omdat we op een onhandige plek in het schoolgebouw zitten, moeten we goed nadenken over de bewegwijzering naar de winkel. We maken posters en sturen uitnodigingen de deur uit om te kijken of er iemand bereid is om onze winkel officieel te openen. We zijn benieuwd of dat lukt en hopen u snel te zien bij TWEEDEHAND FABRIKANT, de leukste kringloopwinkel van het hele land!

Deel dit artikel