Artikelen

Van ‘ding’ naar snuffelen en lezen

Start van een nieuw thema in groep 7-8 van OBS Uilenspiegel te Boekel.

Juul Aldenhuijsen

Juul Aldenhuijsen is leerkracht groep 4-5 op basisschool Uilenspiegel & procesbegeleider bij Tweemonds

In de kring ligt een plastic fles, deze is door midden gesneden en er zijn ballonnen aan gemaakt. De kinderen druppelen de klas in en kijken eens goed wat er midden in de kring ligt. Jasmijn, de leerkracht van de groep, laat de kinderen even kijken en al snel gaan de meeste kinderen in gesprek over het ‘ding’ dat er ligt.

 

Er zijn enkele kinderen die niet van het voorwerp af kunnen blijven. Er wordt in ‘het flesje’ geknepen en aan de onderste ballon getrokken, waardoor de ballon binnen in de fles wordt opgeblazen.

 

Wanneer Jasmijn start met de kring is het meteen stil, de nieuwsgierigheid van de kinderen is gewekt. Jasmijn vraagt wat zij denken dat het ‘ding’ voor moet stellen, wat het zou kunnen zijn. De kinderen overleggen in tweetallen. Jasmijn legt de gesprekken na enige tijd even stil en geeft aan dat het voorwerp een voorbeeld van een orgaan is. Het overleg van de kinderen gaat verder, wat zou het dan kunnen zijn? Aan het einde van de dag verlaten de kinderen het lokaal vol vragen, er wordt nog even geknepen in het ‘flesje’ en al pratend over het nagemaakte orgaan gaan de kinderen naar huis.

 

Na school gaat Jasmijn op zoek naar geschikte teksten op klassenteksten.nl. Hierop vindt ze verschillende teksten die allemaal iets te maken hebben met het lichaam. Ook wordt de schoolbibliotheek leeggehaald. Alle boeken die ook maar iets met het lichaam te maken hebben worden meegenomen naar de klas.

 

De volgende dag is er een hoek ingericht. Er staat een groot arsenaal aan over het lichaam en er hangen posters over het lichaam. Ook het nagemaakte orgaan ligt erbij. Dit keer ligt er een kaartje bij, om de kinderen te prikkelen.

 

Zodra de kinderen de nieuwe hoek zien en de boeken, gaan ze een kijkje nemen. De boeken worden bekeken en al snel gaat het gesprek over de vragen op de kaart.

 

Wanneer de kinderen na de ochtendkring zelfstandig gaan lezen, kunnen sommigen niet wachten om op onderzoek uit te gaan. Jasmijn legt verschillende teksten over het lichaam in de kring neer en de boeken worden uit de hoek gehaald. Het niveau van de teksten is erg divers. De kinderen worden uitgenodigd om een tekst of een boek uit te kiezen dat hen interessant lijkt en hen aanspreekt.

 

Lichaamsbouw – Een machine? – Groente is gezond – Pubertijd – Ongesteld zijn – Het coronavirus – Het eeuwige leven – Hoe lang reist voedsel door je lichaam? - etc.

 

Voor iedereen zit er wel iets tussen, sommige kinderen kiezen dezelfde tekst en vormen een tweetal. Enkele anderen kiezen uit eigen interesse een tekst. De sfeer is goed, de kinderen zijn betrokken aan het lezen.

 

Tijdens projectwerk in de middag komen de kinderen weer in de kring. In stilte schrijven ze op welke vragen ze bij het nieuwe thema hebben. Zo wordt geïnventariseerd wat hun vragen zijn, wat ze al weten en wat dus de beginsituatie wordt van het project. De kinderen hebben zelf binnen het thema een subthema uitgekozen en krijgen van Jasmijn klassenteksten en boeken die bij hun subthema horen. De kinderen gaan deze teksten lezen en arceren direct de informatie waarvan zij vinden dat het belangrijk is om te onthouden. De woorden die ze nodig hebben voor begrip worden onderstreept en opgezocht. Deze worden daarna gezamenlijk in de kring besproken.

 

De volgende dag breidt de hoek zich uit. Het thema leeft. Enkele kinderen hebben boeken van thuis meegenomen. Ook heeft Jasmijn via ouders materialen kunnen regelen voor in de hoek. Er wordt een heus torso in de klas geplaatst waar de kinderen de organen uit en in kunnen doen.

 

Er liggen opdrachtkaarten in de hoek. De kinderen worden geprikkeld om op onderzoek uit te gaan. Het duurt dan ook niet lang voordat een van hen het antwoord op het kaartje bij het ‘flesje’ heeft gevonden. Het zijn de longen! Tijdens de leesles van die dag worden de klassenteksten er weer bij gehaald. De kinderen lezen een tekst over het door hen gekozen onderwerp.

 

Ook tijdens de begrijpend lezen les worden deze teksten ingezet. Gezamenlijk wordt een tekst over de bloedsomloop gelezen. De tekst die gebruikt wordt is complex; Jasmijn heeft ervoor gekozen om deze tekst met de hele klas te bestuderen. In de klassentekst wordt beschreven hoe een bloedsomloop eruit ziet. Belangrijke zinnen en onmisbare woorden worden onderstreept. Deze worden gezamenlijk besproken en om alles te verduidelijken kijken de kinderen naar een aansluitende film op schooltv. Als verwerking tekenen de kinderen een bloedsomloop en zetten er woorden en zinnen bij waarvan zij vinden dat deze belangrijk zijn.

 

Tijdens projectwerk gaan de kinderen verder met hun eigen klassenteksten en gebruiken deze om een eigen folder over hun subthema te maken. Wanneer deze klaar zijn worden ze tentoongesteld in de klas en lezen de kinderen met volle interesse elkaars folders. Er ontstaan mooie gesprekken over de verschillende onderwerpen in de kring. De kinderen zijn geboeid en betrokken bezig geweest met dit thema. 

Deel dit artikel