De kracht van verwondering bij het lezen van schurende en naburige teksten
Wanneer ik een briefje van twintig euro uit mijn portemonnee haal en er een aansteker bij houd, hoor ik meteen een stel kinderen uit de bovenbouwstamgroep hard roepen. “Nee!” “Dat is zonde!” “Geef het maar aan mij!” “Hoezo, het is maar papier?”, geef ik als antwoord. “Dat is interessant, want als ik een stukje toiletpapier zou pakken en verbranden, zouden jullie niet zo hard roepen dat het zonde zou zijn. Hoe komt ons briefgeld dan aan zijn waarde?” Eén leerling, Julia, verklaart: “Dat komt omdat dit stukje papier een waarde gekregen heeft.” Ik vind dit een mooie opmerking van Julia en onthoud deze om er later op terug te komen. Ik reageer: “Maar toiletpapier heeft toch ook waarde? Een jaar geleden kon je geen rol meer kopen omdat er vanwege de corona-uitbraak flink gehamsterd werd.